Sluipmoordenaar feochromocytoom

 

Op zijn 40ste kreeg Gerard een nieuwe baan. Hij werd bedrijfsmanager van een drukke onlineonderneming. Tegelijkertijd werd hij voor de tweede keer vader. Enerverende tijden, en Gerard keek er erg naar uit.

Maar in de maanden die volgden kreeg Gerard steeds meer last. Hij sliep slecht, had last van hartkloppingen en kwam meerdere kilo’s aan.

“Stress”, zo luidde de diagnose van de huisarts. Gerard moest het rustiger aandoen, meer gaan bewegen en gezonder gaan eten. Maar de weken gingen voorbij, en het ging alleen maar slechter met Gerard. Sterker nog, zijn bloeddruk was intussen torenhoog. Zo hoog, dat de huisarts Gerard doorverwees naar de internist van het dichtstbijzijnde ziekenhuis.

Een analyse van de bloedwaardes gaf een aanwijzing voor een tumor van het bijniermerg, een zogenaamd feochromocytoom ('feo'). Een operatie bleek de enige optie tot behandeling. Echter, deze operatie is buitengewoon risicovol…

 

De sluipmoordenaar op het spoor...

 

Feochromocytoom bij de mens is een zeer zeldzame aandoening, waardoor huidige behandelmethodes zeer beperkt zijn.

Echter, bij honden komen feo's vele malen vaker voor. Dr. Sara Galac en haar team van dierenartsen-onderzoekers van de faculteit Diergeneeskunde hebben in de loop der jaren een weefselbank met feo tumorweefsel van hondenpatiënten.

Dr. Sara Galac is dierenarts en leider van dit onderzoek:  

"Zowel de oorzaken, het ziektebeeld, de diagnostiek en de behandeling van kankervormen zoals feochromocytoom zijn zeer vergelijkbaar bij honden en mensen. Echter, bij mensen is deze vorm van kanker relatief zeldzaam, waardoor er te weinig patiënten zijn om studies op te zetten met voldoende wetenschappelijke onderbouwing. Een ander probleem is dat bij mensen te weinig tumorweefsel beschikbaar is voor goed onderzoek. Daardoor duurt het ontwikkelen van nieuwe behandelingen onacceptabel lang. Bij honden komt een feochromocytoom veel vaker voor. Alleen al bij het Universitair Dierenziekenhuis wordt de diagnose gemiddeld een keer per week gesteld."


Het overkoepelende doel is om de (genetische) achtergrond, de diagnostiek en de therapie van deze ernstige aandoening bij de hond te verbeteren. Aangezien deze tumor bij honden veel vaker voorkomt bij de mens, kan de hond in de toekomst ook een goed model zijn voor deze tumorziekte bij de mens. Een belangrijke stap daarbij is het ontwikkelen van tumor organoïden, in het lab gekweekte mini-tumoren, op basis van tumorweefsel verzameld bij honden met een FCC. Met behulp van deze tumor organoïden kunnen relatief eenvoudig nieuwe medicamenten worden getest op hun potentie bij dit type patiënten, en dit zonder het gebruik of de inzet van proefdieren.

 

Help je mee? 

 

Met het onderzoek naar feochromocytomen bij de hond willen we nieuwe, betere diagnostiek en therapieën ontwikkelen, die bijdragen aan een beter leven voor honden met deze vreselijke tumorziekte. Daarnaast kan het onderzoek bij honden ook substantieel bijdragen aan de toekomstige behandeling van dit type kanker bij mensen. Dankzij de geweldige bijdrage van Abri voor Dieren is het onderzoek inmiddels vol op gang. 

 

Help jij ook mee?